Responsive image

Bijzondere regelingen voor niet-gevestigde...

Download de app voor meer functionaliteit.

Bijzondere regelingen voor niet-gevestigde...

Bijzondere regelingen voor niet-gevestigde belastingplichtigen: artikelen 358 tot en met 369 quinvicies

Hoofdstuk 6 van titel XII van de btw-richtlijn bevat momenteel drie regelingen met een specifieke werkingssfeer, namelijk:

– een bijzondere regeling voor diensten die worden verricht door niet in de Unie gevestigde belastingplichtigen;

– een bijzondere regeling voor afstandsverkopen van goederen binnen de Unie en voor diensten die worden verricht door in de Unie maar niet in de lidstaat van verbruik gevestigde belastingplichtigen;

– een bijzondere regeling voor afstandsverkopen van uit derdelandsgebieden of derde landen ingevoerde goederen.

Dit voorstel heeft slechts een beperkt effect op de eerste en de derde regeling.

Ten behoeve van de toepassing van het beginsel van één registratiesysteem voor de aangifte, betaling en aftrek van de belasting worden ingrijpende wijzigingen van de tweede regeling voorgesteld.

Aangezien de Raad zijn goedkeuring heeft gegeven aan Richtlijn (EU) 2017/2455 (19) van 5 december 2017, zal deze tweede regeling vanaf 1 januari 2021 belastingplichtigen die in een lidstaat voor de regeling geregistreerd zijn (lidstaat van identificatie), de mogelijkheid bieden via het mini-éénloketsysteem langs elektronische weg btw-kwartaalaangiften in te dienen met de door hen verrichte diensten en intra-Unieafstandsverkopen aan niet-belastingplichtigen in andere lidstaten (de lidsta(a)t(en) van verbruik), samen met de verschuldigde btw. Deze aangiften worden vervolgens, samen met de betaalde btw, door de lidstaat van identificatie doorgezonden naar de desbetreffende lidstaten van verbruik via een beveiligd communicatienetwerk. Dankzij deze regeling hoeven deze belastingplichtigen niet in elke lidstaat van verbruik voor de btw geregistreerd te zijn. Onderhavig voorstel voorziet in een verdere uitbreiding van deze regeling.

Wat de definities betreft die voor de toepassing van deze regeling worden gebruikt, wordt in artikel 369bis een definitie van "lidstaat van heffing" toegevoegd. De lidstaat van heffing is de lidstaat waar de goederenlevering of dienst wordt geacht plaats te vinden.

Het in artikel 369ter vastgestelde toepassingsgebied van de onder de regeling vallende handelingen wordt gewijzigd. Er wordt voorgesteld dat de mogelijkheid om van de regeling gebruik te maken, wordt opengesteld voor alle belastingplichtigen die niet in de lidstaat van heffing gevestigd zijn, voor de in die lidstaat verrichte leveringen van goederen en diensten ter zake waarvan zij de btw moeten voldoen. De regeling zal dus niet langer beperkt zijn tot b2c-transacties maar ook gelden voor b2b-transacties.

Er wordt voorgesteld om de regeling ook open te stellen voor niet in de Unie gevestigde belastingplichtigen op voorwaarde dat zij een tussenpersoon aanwijzen die wel in de Unie is gevestigd. Vergelijkbaar met hetgeen reeds is bepaald in de bijzondere regeling voor afstandsverkopen van goederen die worden ingevoerd uit derdelandsgebieden of derde landen, is de tussenpersoon de persoon die gehouden is tot voldoening van de btw en die de in deze bijzondere regeling vastgestelde verplichtingen moet nakomen in naam en voor rekening van de niet in de Unie gevestigde belastingplichtige die door hem wordt vertegenwoordigd.

Gelet op de uitbreiding van het toepassingsgebied van de onder de regeling vallende handelingen wordt er voorgesteld om artikel 369septies te wijzigen door eraan toe te voegen dat belastingplichtigen die van de regeling gebruikmaken, elke maand via het éénloketsysteem een btw-aangifte moeten indienen wanneer hun jaaromzet in de Unie hoger is dan 2 500 000 EUR.

-Artikel 369octies, waarin is vastgelegd welke gegevens op de in te dienen btw-aangifte moeten worden vermeld, moet ook worden herzien. Momenteel moeten alleen gegevens worden verstrekt over de waarde van de door de belastingplichtigen verrichte prestaties en de daarover verschuldigde btw.

Om belastingplichtigen het recht te kunnen geven voorbelasting in mindering te brengen op de btw-aangifte via het éénloketsysteem, moet er in die aangifte extra informatie worden verstrekt en met name:

- het totale bedrag aan btw dat verschuldigd is geworden over leveringen van goederen en diensten waarvoor de belastingplichtige als ontvanger tot voldoening van de btw is gehouden, en over de invoer van goederen wanneer de lidstaat de keuzemogelijkheid van artikel 211, tweede alinea, toepast;

- de btw die in mindering wordt gebracht;

- wijzigingen betreffende vorige belastingtijdvakken;

- het nettobedrag van de te betalen, terug te geven of te verrekenen btw.

Aangezien de aftrek zal worden verricht op de via de regeling ingediende btw-aangiften, wordt met een wijziging van artikel 369decies voorgesteld dat de belastingplichtige de som van de nettobedragen aan btw (verschuldigde btw minus aftrekbare btw) moet betalen die in elke lidstaat van heffing verschuldigd is.

In het voorgestelde nieuwe artikel 369decies bis worden de voorwaarden vastgesteld waaronder een belastingplichtige die in een bepaalde lidstaat een creditsaldo heeft, van die lidstaat een teruggaaf van dat saldo kan krijgen. Er wordt ook een nieuw artikel 369decies ter voorgesteld met de voorwaarden waaronder een bedrag dat moet worden teruggegeven aan de belastingplichtige in de lidstaat van identificatie, kan worden gebruikt voor de betaling van btw die is verschuldigd in de lidsta(a)t(en) van heffing.

Er wordt voorgesteld artikel 369undecies te wijzigen om de wisselwerking vast te leggen tussen het recht op aftrek uit hoofde van de bijzondere regeling en de teruggaafprocedures die zijn vastgesteld in Richtlijn 86/560/EEG (20) voor niet in de Unie gevestigde belastingplichtigen en in Richtlijn 2008/9/EG (21) voor in de Unie gevestigde belastingplichtigen. Deze bepaling moet eventueel misbruik voorkomen van belastingplichtigen die een recht op aftrek uit hoofde van de bijzondere regeling zouden uitoefenen en tegelijkertijd ook een verzoek om teruggaaf voor hetzelfde bedrag aan voorbelasting zouden indienen.

In beginsel mag een belastingplichtige de voorbelasting in mindering brengen op de btw-aangiften die hij via de regeling indient. Wanneer evenwel een belastingplichtige die deze bijzondere regeling toepast, geen onder deze bijzondere regeling vallende leveringen van goederen of diensten verricht ter zake waarvan de btw verschuldigd is geworden in een lidstaat van heffing in een bepaald belastingtijdvak, noch in de drie voorgaande belastingtijdvakken indien hij kwartaalaangiften indient of in de elf voorgaande belastingtijdvakken indien hij maandaangiften indient, mag hij in die lidstaat van heffing op die btw-aangifte geen voorbelasting in mindering brengen. In plaats daarvan moet de belastingplichtige de voorbelasting terugvragen via de teruggaafprocedure in de lidstaat waar de btw in rekening is gebracht.

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.